Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, op Zijn [24]heiligen [25]zou Hij niet vertrouwen, en [26]de hemelen zijn niet zuiver in Zijn ogen. 24. Dat is, de goede engelen, die boven, hfdst.1 vs.6 worden genaamd Gods zonen. Idem hfdst.4 vs.18, zijn knechten, en 1 Tim.5:21, de uitverkoren engelen. Zij worden heiligen genaamd, omdat zij volkomenlijk Gods wil doen, Ps.103:20; Matth.6:10, en dienvolgens Hem volkomenlijk liefhebben. 25. Zie boven, hfdst.4 vs.18. 26. Dat is, de voorgemelde goede engelen, wier woonstede in de hemelen is; waarom zij ook engelen der hemelen genaamd worden, Matth.24:36; en worden gezegd aldaar het aangezicht des hemelsen Vaders te aanschouwen; Matth.18:10.